De leylandcipres groeit zeer sterk (tot 3 meter hoog in minder dan 7 jaar) en leent zich in hij bijzonder voor de aanplanting van hagen. Als solitair vormt hij een zuil- tot kegelvormige kruin en groeit hij uit tot een boom van 20-30 meter. De schubben zijn lichtgroen tot grijsgroen gekleurd. De twijgen geven de indruk ietwat vierkant te zijn en hangen ietwat af.
Cupressocyparis (x) leylandii zijn snelgroeiende, slanke coniferen die perfect gesnoeid kunnen worden en veel sneller dan vele andere planten een frisse, strakke, immergroene haag geven.
Deze cultivar is zeer bossig, hoeft niet aan stok gekweekt en heeft een prachtige frisgroene kleur. Bij aanplanten moet deze soort niet gesteund worden. Is qua uiterlijk een soort kruising van gewone leylandii en Thuja plicata ‘Atrovirens’. |